Het perfecte proeflapje voor vlak breiwerk - the easy way

Het perfecte proeflapje voor vlak breiwerk - the easy way

Laat ons eerlijk zijn... proeflapjes, het is niemands favoriet :(.  Maar het staat wel vooraan in het patroon als een strenge tante die ons op de vingers wil tikken en het liefst gaan we er zo snel mogelijk aan voorbij.

Maar... het is wel belangrijk. En het is vooral belangrijk, dat het klopt!  
Mijn methode is wat 'tegendraads' ;) of toch anders dan hoe de meesten het doen, maar ik beloof je dat het makkelijker en duidelijker is.  We gaan namelijk een boord breien waardoor ons lapje mooi recht komt te liggen en we gaan negatief uitrekenen.  Klinkt dat als Chinees :)?  Lees of kijk dan zeker verder hoe je makkelijk het perfecte proeflapje maakt voor vlak breiwerk. 

Kan ik niet gewoon beginnen breien?

Tuurlijk wel.  En dat kan prima uitdraaien... of heel erg tegenvallen...  
Met een proeflapje steek je - vermoedelijk met frisse tegenzin ;) - een beetje tijd in een breiwerk dat het verdient om zo mooi en passend mogelijk te worden.  Je gaat er tenslotte veel tijd en centjes en liefde in stoppen, dus laat het shinen door dit te testen. 

Het juiste steken- en rijenaantal
Komt het aantal steken en rijen overeen met wat er beschreven is in het patroon?  Het is niet enkel belangrijk om tot de juiste maat te komen, maar ook om voldoende garen te hebben met wat er in het patroon vermeld staat.  

In een proeflapje heeft het aantal steken voorrang op het aantal rijen.  Meestal staan patronen beschreven in aantal cm hoogte en daar kan je dan makkelijker je rijenaantal aan aanpassen.  Let wel op dat je misschien minderingen en meerderingen toch wat zal moeten herberekenen.

Eventjes roderen...
Als je alle dagen breit, is het anders.  Maar meestal moet je 'even roderen' oftewel wat oefenen om een nieuw garen helemaal in de vingers te krijgen.  Misschien brei je na een paar sokken wel een dikke trui en moeten je handen weer even aanpassen aan die dikkere breinaalden.  Tegen dat je proeflapje klaar is, is alle gestuntel voorbij en start jij een mooi egaal breiwerk!

Voelt het aangenaam aan? Ziet het er goed uit?
Sommige patronen zijn (te) vast gebreid, sommige (te) los. Of misschien gebruik je ander garen dan in het patroon.  Belangrijk is dat de textuur van je proeflapje lekker aanvoelt voor het project dat jij in gedachten hebt.  Komt het proeflapje wel overeen met dat van het patroon, maar voelt het niet goed aan?  Probeer met dikkere of dunnere naalden de ideale textuur te bereiken en herbereken het patroon naar dat proeflapje.  

Met een proeflapje weet je dus :

  • Dat je project dezelfde afmetingen gaat hebben zoals beschreven in het patroon.
  • Dat je voldoende gaat hebben met het beschreven garen.
  • Dat het aangenaam zal aanvoelen.
  • En je bent helemaal opgewarmd voor het grote werk :).

het perfecte proeflapje

Wat heb je nodig?

  • het garen
  • de vermelde breinaalden
    en eventueel naalden die een halve tot een hele maat dikker en/of dunner zijn
  • 2 of 3 steekmarkeerders
  • een blad papier
  • een schaar
  • een meetlat
  • notaboekje en pen

Hoe begin je eraan?

Lezen!
Lees wat er in het patroon staat over het proeflapje.  Staat er weinig beschreven, weet dan dat de meeste lapjes 10 x 10 cm (of 4 x 4 inch) zijn.  Dat wil zeggen het aantal steken dat nodig is om 10 cm breedte te bekomen en het aantal rijen dat nodig is om 10 cm hoogte te bekomen.  Als er niet beschreven staat welke steek hiervoor gebruikt werd, mag je er vanuit gaan dat het om tricotsteek gaat (1 rij recht - 1 rij averecht).  Het proeflapje dat ik hier toon is ook in tricotsteek gemaakt.  
  • Vaak staat er helaas ook niet bij met welke naalddikte het gemaakt is.  Je mag er dan vanuit gaan dat dat de grootste naalddikte is omdat je traditioneel de dunnere naalden enkel voor de boorden van bvb truien gebruikt.
  • Kijk ook in de garenbeschrijving of op de wikkel, waarop vaak staat aangegeven hoeveel steken/rijen het proeflapje is en met welke naalden.  Zeker een plus als je ander garen gebruikt dan beschreven in het patroon!
Berekenen en opzetten
We breien het proeflapje met een boord rondom, zodat we straks makkelijker kunnen meten.  Zet daarom het volgende aantal steken op en noteer het :
3 à 5 st boord + st zoals vermeld patroon/wikkel + 3 à 5 st buffer + 3 à 5 st boord

In mijn voorbeeld heb ik de volgende tekentelling :
3 st (boord) + 13 st (vermeld op de wikkel) + 13 st (buffer) + 3 st (boord) = 22 st 

Breien
Onderboord : 5 naalden recht, plaats steekmarkeerders na en voor de zijboorden.
Proeflapje : brei enkele rijen meer dan voorgeschreven. Noteer hoeveel!
Oneven rijen : recht
Even rijen : boord recht - averecht tot voor boord - boord recht
Bovenboord : 5 naalden recht waarbij je start aan de verkeerde kant van je werk. Kant alle steken recht af en zet de laatste steek op een steekmarkeerder, zo kan je het lapje makkelijk uithalen als je het garen nodig hebt.
Voelt je lapje te stug of te soepel aan, brei dan slechts 2 naalden recht en schakel over op respectievelijk dikkere of dunnere naalden.  Brei het het lapje verder tot +/- 11 cm lengte en evalueer opnieuw.  Noteer wat je doet!

Wachten
Echt?  Ja, echt.

Als je je werk na het breien gaat blocken, is het belangrijk dat je het proeflapje blockt om met die uiteindelijke afmetingen aan de slag te gaan. Ik doe dit door het lapje op een dienblad te leggen en te bevochtigen met een plantenspuit, maar block het vooral op de manier waarop jij je hele project gaat blocken.  Leg het mooi in model (de randen in rechte steek houden je lapje dan wel mooi recht, maar de steken zijn korter, dus het bolt wat op).

Als je je werk niet gaat blocken, leg je je lapje in model en laat je het een nachtje rusten.  Raar?  Helemaal niet.  Je hebt de vezels van je garen namelijk helemaal aan het dansen gezet door ze te breien ;) en pas als ze weer in rust zijn, vlakken ze terug uit en kan je ze goed opmeten.

het perfecte proeflapje

Meten
Om te meten gebruiken we het blad.  We gaan het namelijk omgekeerd of negatief doen :).  

Teken een vierkant van 10 x 10 cm en knip het uit. 

Leg dit vierkantje in de winkelhaak van je boorden op je proeflapje en tel de steken dit niet binnen de boorden en het vierkantje vallen, dus de tricotsteken die er niet onder verstopt zitten.  Trek deze af van het stekenaantal dat je noteerde en je weet perfect hoe groot je lapje is zonder heel veel steken te moeten tellen :)!

In mijn voorbeeld heb ik buiten mijn papieren vierkant nog 2 steken en 5 rijen over.  Dat betekent dat mijn proeflapje 14 steken x 20 rijen is ipv de vermelde 13 steken x 18 rijen.  Dus ik kan best nog eentje breien met naalden 4,5 mm ipv de 5 mm die ik gebruikte of ... mijn patroon aanpassen naar mijn huidige lapje, want ik moet toegeven dat ik het al meer dan vast genoeg vind en dat het heerlijk zacht aanvoelt.


En nu?  Gaan met die breibanaan :)!  

Happy knitting!

 

Terug naar blog